Pensioen en overlijden

Onderstaande informatie over het pensioen heeft geen betrekking op de oproepkracht. Het artikel in de CAO over pensioen is namelijk niet van toepassing op oproepkrachten.

Algemeen
De bepaling over pensioen is te vinden in artikel 4.10 van de CAO Uitvaartbranche. Dit artikel is niet algemeen verbindend verklaard en geldt dus niet voor alle werkgevers én werknemers in de uitvaartbranche. Controleer dus goed of de werkgever een lidmaatschap heeft lopen bij een van de werkgeversorganisaties die deze CAO hebben afgesloten. Ontbreekt het lidmaatschap dan is artikel 4.10 over pensioen niet op u van toepassing, tenzij de CAO in de arbeidsovereenkomst van toepassing is verklaard. Desondanks kan de werkgever eigen afspraken hebben gemaakt over pensioen.

Uitgangspunt
Als artikel 4.10 van de CAO wel van toepassing is dan zal de werkgever moeten zorgen voor een pensioenregeling, die voor alle werknemers toegankelijk zijn.  De pensioenregeling van de werkgever zal in ieder geval gelijk moeten zijn aan de volgende punten:

  • De werkgeversbijdrage aan de pensioenregeling zal minstens 50% moeten bedragen van de totale premie (bestaande uit alle werknemers die deelnemen aan de pensioenregeling).
    • Bij salaris- en dienstregelingen staat de werknemersbijdrage gelijk aan een vast percentage van het deel van het salaris waar pensioen over wordt opgebouwd (pensioengrondslag).
    • Bij beschikbare pensioenregelingen kan worden gekozen voor het omslaan van een werknemersbijdrage naar een vast percentage van de pensioengrondslag of het heffen van de werknemersbijdrage tot maximaal over het individuele beschikbare premiepercentage voor het ouderdomspensioen.
  • Het pensioengevend salaris is het bruto maandsalaris x 12,96 of het maandsalaris inclusief vakantiegeld x 12. Het pensioengevend salaris is hooguit gelijk aan het maximale salaris van schaal 9 (zie bijlage II van de CAO).

De pensioenregeling van de werkgever zal uiteraard moeten voldoen aan de landelijke richtlijnen en fiscale kaders/wetgeving omtrent pensioen.
Let op:  Bent u een werknemer die op 30 september 2014 al in dienst was bij uw werkgever en was het voormalig CAO Crematoria op u van toepassing? Dan behoudt u bij langdurige ziekte ook in het tweede ziektejaar recht op pensioenopbouw op basis van het salaris in het eerste ziektejaar. Meer informatie over uitkeringen bij ziekte en ongeval treft u in een aparte rubriek.

Overlijden
Een arbeidsovereenkomst eindigt door het overlijden van de werknemer. Daarbij is de werkgever verplicht om een overlijdensuitkering aan nabestaanden te betalen. Dit volgt uit artikel 7:764 van het Burgerlijk Wetboek. De CAO schrijft bovendien voor dat de overlijdensuitkering bestaat uit:

  • het meest recente maandsalaris inclusief vakantiegeld;
  • Een uitbetaling van het gemiddeld aantal plus-uren van de afgelopen drie kalendermaanden;
  • het resterende deel van de kalendermaand, waarin het overlijden plaatsvond;
  • het salaris van de twee opvolgende maanden.

Over de overlijdensuitkering zijn geen premies werknemersverzekeringen verschuldigd. Indien aan nabestaanden in het kader van het overlijden een wettelijk voorgeschreven arbeidsongeschiktheidsverzekering (de Ziektewet, de WIA of anderszins) een bedrag toekomt, dan wordt dit door de werkgever in mindering gebracht op het totaal.  De overlijdensuitkering wordt  in beginsel uitgekeerd aan de relatiepartner. Is er geen relatiepartner dan zal de uitkering worden uitgekeerd aan de minderjarige wettige, pleeg- of natuurlijke kinderen gezamenlijk.