Uitkering bij ziekte en ongeval

Onderstaande informatie heeft geen betrekking op de oproepkracht. Het artikel in de CAO over de uitkering bij ziekte en ongeval is namelijk niet van toepassing op oproepkrachten.

Algemeen
Arbeidsongeschiktheid treed in als een werknemer zijn of haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk niet meer kan uitvoeren door een ziekte of een ongeval.  Een werknemer is bij arbeidsongeschiktheid verplicht de werkgever hier zo snel mogelijk op de hoogte van te brengen. Dit hangt vooral samen met het bedrijfsbelang van de werkgever om de nodige maatregelen te treffen. De arbeidsongeschikte werknemer is vervolgens verplicht om zich te houden aan de aanwijzingen en voorschriften van de werkgever die verband houden met de Arbowetgeving.  Na een herstel is de werknemer ook verplicht om de werkgever hier meteen van op de hoogte te brengen, zodat de werknemer zijn of haar werkzaamheden weer kan oppakken.

Lange tijd ziek
Werknemers die na een periode van ziekte de bedongen arbeid weer volledig verrichten in hun normale afgesproken arbeidsomvang dienen altijd helemaal beter te worden gemeld. De bedongen arbeid is de arbeid die werkgever met de werknemer is overeengekomen. Is de werkgever van mening dat de afgesproken arbeid niet volledig als vanouds wordt verricht, omdat de werknemer nog (gedeeltelijk) ziek is, dan zal dit schriftelijk moeten worden bevestigd aan de werknemer. De werkgever zal schriftelijk moeten uitleggen hoe de werknemer dit kan weerspreken. Daarbij zal de werkgever de werknemer in ieder geval moeten wijzen op de mogelijkheid om contact op te nemen met de Arbodienst en de mogelijkheid voor de werknemer om een second opinion (deskundigenoordeel) bij het UWV op te vragen.

Loondoorbetaling
Het salaris van de arbeidsongeschikte werknemer zal in het eerste ziektejaar 100% worden doorbetaald en in het tweede ziektejaar 70%. Werknemers die in het tweede ziektejaar re-integreren en gedeeltelijk of helemaal hun werkzaamheden weer oppakken ontvangen tevens een aanvulling op het salaris. De maximale aanvulling bedraagt 30% en verloopt volgens de berekening van onderstaand tabel:

Ziektejaar 2 – 70% loondoorbetaling Aanvulling (max. 30%)
% werken % aanvulling
10 4
20 8
30 12
40 16
50 19
60 22
70 24
80 26
90 28
100 30

Toelichting: In het tweede jaar dat de arbeidsongeschikte medewerker ziek is ontvangt de werknemer 70% van zijn of haar salaris. Een aanvulling van de werkgever is afhankelijk van de mate waarin de werknemer zijn of haar werkzaamheden hervat, uitgedrukt in een percentage dat loopt tot een volledige werkhervatting (100%).  Kan de werknemer zijn of haar werkzaamheden voor 10% hervatten dan ontvangt de werknemer een aanvulling van 4% op het salaris. Dit loopt op tot een aanvulling van 30% bij een werkhervatting van 100%. Het loont dus voor de werknemer om actief te re-integreren.

Geen loondoorbetaling
Geen recht op loondoorbetaling heeft de werknemer die het ongeval of de ziekte opzettelijk heeft veroorzaakt. Ook in het geval dat de werknemer ten aanzien van derden schadevergoeding kan vorderen en krijgen, wegens salarisderving bestaat geen recht op loondoorbetaling. De werkgever zal de betalingen alleen verrichten, als voorschot op de genoemde schadevergoeding.

Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA)
Onderstaande informatie heeft geen betrekking op de oproepkracht. Het artikel in de CAO over de  WIA is namelijk niet van toepassing op oproepkrachten.

De WIA kent twee soorten uitkeringen: de IVA-uitkering en uit de WGA-uitkering. De IVA-uitkering is voor mensen die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn. In het kader van de CAO is informatie over de IVA-uitkering niet relevant.  De WGA staat voor de Werkhervattingsregeling Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) en is een regeling waar werknemers die tussen de 35% en 80% arbeidsongeschikt zijn voor in aanmerking komen na 2 jaar ziekte. Het gevolg voor laatstgenoemde groep werknemers is dat hun inkomen aanzienlijk kan dalen. Een lager inkomen als gevolg van arbeidsongeschiktheid is voor werknemers vaak niet prettig.

Conform CAO bieden werkgevers in de uitvaartbranche werknemers een (collectieve) verzekering aan die het financieel risico bij arbeidsongeschiktheid in de klasse van 35% tot 80% dekt. De premie van de verzekering komt voor rekening van de werknemer.